Tussenheid Hilvarenbeek laat op een ondernemende manier zien hoe inwoners en overheid succesvol kunnen samenwerken. Dat doen ze zó overtuigend dat na de Koning (in juni) onlangs ook een EU-delegatie in Hilvarenbeek kwam kijken hoe de participatiesamenleving kan werken in de praktijk. De rol die Stérk.Brabant op provinciale schaal vervult, speelt Tussenheid Hilvarenbeek lokaal niveau. “In Hilvarenbeek bieden we verschillende vormen van ondersteuning aan ruimtelijke, economische en maatschappelijke initiatieven die vanuit de samenleving ontstaan”, vertelt Peter Spijkers, ondernemer en lid van de stuurgroep (in de achtergrond op de foto: bruin jack, oranje broek).
Initiatieven verder brengen en verbinden
Hilvarenbeek en de kerkdorpen eromheen vormen een hechte, actieve gemeenschap. “Inwoners pakken samen steeds meer taken op waarvan we vroeger vonden dat ze bij de overheid lagen. We hebben hier bijvoorbeeld een energiecoöperatie, twee coöperatieve cafés en enkele dorpscoöperaties. Je ziet dat die persoonlijke betrokkenheid van inwoners echt bijdraagt aan het draagvlak en de efficiency.” Een paar jaar geleden is onderzocht waar die initiatieven behoefte aan hebben. Op basis daarvan is Tussenheid Hilvarenbeek ontstaan: een verzameling experts uit de lokale samenleving die kosteloos met initiatieven meedenken om deze verder te brengen, volhoudbaar te maken en waar mogelijk te verbinden. “Als je zelf zoveel inbrengt, zit je ook anders, vrijer met de overheid aan tafel. Inmiddels vraagt de overheid zelf ons steeds vaker om mee te kijken.” De gemeente Hilvarenbeek is vanaf het begin betrokken en maakt deel uit van de stuurgroep.
Onderkoepelende aanpak
“Je ziet gewoon dat er heel veel kennis en kunde in zo’n lokale gemeenschap schuilt en dat mensen over het algemeen best bereid zijn die kennis ten behoeve van hun eigen gemeenschap te delen. Ook bedrijven die zich niet als sociale onderneming profileren, doen graag iets terug doen voor de samenleving waar ze zelf deel van uitmaken. Die lokale verbondenheid – iets voor elkaar willen betekenen – is absoluut de basis van ons succes.”
Kenmerkend is volgens Peter ook de ‘onderkoepelende’ aanpak: “We nemen niets over. Dat is echt iets waar we alert op moeten blijven, omdat die neiging vanuit een natuurlijke gedrevenheid ontstaat. We proberen steeds de vraag achter de vraag boven water te krijgen, om waar mogelijk slimme verbindingen te leggen. Ook zoeken we naar een bepaalde vorm van wederkerigheid. Als we iets te besteden hebben, doen we dat altijd lokaal.
Volhoudbaarheid staat voorop
Tussenheid Hilvarenbeek werkt op basis van een verduurzamingsmodel, legt Peter uit. “Het cimby-principe is daarvan een toepassingsvorm. Cimby staat voor ‘certainly in my backyard’. Onder die noemer verzamelen we aanvullende meedenkers alnaargelang de behoefte van het betreffende vraagstuk of project. Als iemand met een vraag komt is ons antwoord in eerste instantie altijd JA, maar wel onder bepaalde voorwaarden. Ook bij maatschappelijke initiatieven moet er een businessplan onder liggen.” Dat is de ondernemende geest die dit initiatief typeert. Momenteel onderzoekt Tussenheid Hilvarenbeek ook de mogelijkheden van een revolverend fonds.
Stérk.Brabant loopt mee
Omdat er steeds meer projecten bij Tussenheid Hilvarenbeek aankloppen, ontstond er behoefte aan een vast aanspreekpunt. Dankzij de gemeente Hilvarenbeek en de Rabobank heeft de organisatie nu twee betaalde krachten: een part-time verbinder met secretariële ondersteuning. “Daarnaast krijgen we van de provincie nu steun voor een drietal projecten en de verbinder. In ruil voor die support wil de provincie met ons meekijken, zodat de rest van Brabant van onze onderkoepelende benadering kan leren. Vanuit Zet loopt procesbegeleider Esther Bulkens daartoe nu in diverse projecten mee, ook om op te tekenen wat werkt en wat niet werkt. Zij vertaalt dat in handvatten en succesfactoren om vorm te geven aan de participatieve samenleving. Begin 2019 komt ze met een eerste Tussenstand. En via Esther leren wij natuurlijk ook weer van andere initiatieven binnen Stérk.Brabant.”